legpuzzel - Zelfstandignaamwoord
1. (speelgoed) een in stukken gesneden of gezaagde afbeelding op papier of hout, die weer tot één geheel moet worden gemaakt
♢ Hubregtse Cartonnage bestaat uit acht bedrijven die onder meer verpakking maken voor voedsel Ook worden legpuzzels geproduceerd. De vestigingen zijn in Nederland maar ook in Noorwegen. De omzet is ruim 80 miljoen euro en het totale aantal medewerkers 300.
♢ Het boek is vooral besteed aan de legpuzzels en aan andere gezelschapsspellen, kaartspelen of andere manieren om de avonden te vullen toen er nog geen televisie was.
2. (figuurlijk) een eenheid maken van verschillende onderdelen zodanig dat de verschillende zaken elkaar niet in de weg zitten
♢ De vergadering in Monte-Carlo werd trouwens een groot succes voor Bach. De afgevaardigden namen alle veertig aanbevelingen die werden gedaan voor de Olympische Spelen van 2020, unaniem aan. ‘De olympische agenda voor 2020 is net een legpuzzel. Nu alle hervormingsvoorstellen zijn goedgekeurd, zie je het hele plaatje’, zei de voorzitter van de internationale sportkoepel tevreden. ‘Een plaatje van vooruitgang, dat het unieke karakter van de Olympische Spelen garandeert.’
Woordherkomst
samenstelling van leg(werkwoord) en puzzel
Verwante begrippen
legpuzzelen
Gepubliceerd op 04-12-2017
legpuzzel
betekenis & definitie