kuisheid - Zelfstandignaamwoord
1. reinheid, zindelijkheid, helderheid
2. (figuurlijk) (seksualiteit) iemand die in seksueel opzicht kuis leeft, die geen zinnelijkheid en verzoeking kent, afkeer heeft van ongeoorloofde wellust; in ernstige gevallen ook maagdelijkheid
♢ Nieuwe kuisheid doet haar intrede in Amsterdam
Woordherkomst
afgeleid van kuis (stam van het werkwoord kuisen) met het achtervoegsel -heid
Antoniemen
onkuisheid
Verwante begrippen
eerbaarheid, ingetogenheid, zuiverheid
Gepubliceerd op 04-12-2017
kuisheid
betekenis & definitie