Gepubliceerd op 04-12-2017

kuis

betekenis & definitie

kuis - Zelfstandignaamwoord
1. jonge koe (jonger dan negen maanden)

kuis - Bijvoeglijk naamwoord
1. (seksualiteit) seksueel ingetogen
2. (Vlaams) rein, schoon, zindelijk, zuiver

kuis - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kuisen
♢ Ik kuis
2. gebiedende wijs van kuisen
kuis!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kuisen
kuis je?

Antoniemen
onkuis

Verwante begrippen
[1] eerbaar, rein, zedig