kof - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart)(historisch) type zeilschip voor binnen- en kustvaart met platte bodem en ronde voor- en achtersteven
2. (Jiddisch-Hebreeuws) negentiende letter van het alfabet
3. (Jiddisch-Hebreeuws) getal honderd
4. (Jiddisch-Hebreeuws) elfde letter van het alfabet
5. (Jiddisch-Hebreeuws) getal twintig
6. (Suriname) omslag onderaan broekspijp
Woordherkomst
[1] cognaat met koof "schuine overgang tussen wand en plafond" en Middelnederlands cove "hut"
[2, 3] Herkomst: Hebreeuws
[4, 5] Herkomst: Jiddisj
[6] via Surinaams kofoe van Engels cuff "manchet"
Synoniemen
[1] kofschip
Verwante begrippen
[2, 3] koefnoen, [2, 3] Jiddisj: koef, [4, 5] chof, koef, koef, [4, 5] Hebreeuws: kaf
Gepubliceerd op 04-12-2017
kof
betekenis & definitie