knot - Zelfstandignaamwoord
1. rond zichzelf opgewonden draad of bundel draden, vezels of haar
♢ Mijn oma droeg haar prachtige haar, dat langer was dan zijzelf, altijd op een knot.
2. (vogels) kanoetstrandloper
knot - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van knotten
2. gebiedenwijs van knotten
Gepubliceerd op 04-12-2017
knot
betekenis & definitie