knipperen - Werkwoord
1. (inerg) snel openen en sluiten, met name van de ogen
♢ Het plotseling doorbrekende zonlicht deed de kinderen knipperen met de ogen.
2. (inerg) snel aan- en uitgaan van een licht
♢ Het rode lampje knipperde en hij kreeg een zinkend gevoel dat er iets mis was.
Woordherkomst
(freqtt) knippen met het achtervoegsel -er
Gepubliceerd op 04-12-2017
knipperen
betekenis & definitie