Wat is de betekenis van knipperen?

(knipperde, heeft geknipperd), 1. herhaaldelijk of gedurig met de ogen knippen; — (oneig.) de lichten (van een auto) telkens uit- en weer aan doen gaan (als signaal); 2. (gew.) knibbelen, het knibbelspel spelen.

knipperen - Werkwoord 1. (inerg) snel openen en sluiten, met name van de ogen ♢ Het plotseling doorbrekende zonlicht deed de kinderen knipperen met de ogen. 2. (inerg) snel aan- en uitgaan van een licht ♢ Het rode lampje knipperde en hij kreeg een zinkend gev...

knipperen - regelmatig werkwoord uitspraak: knip-pe-ren 1. snel achter elkaar aan en uit gaan ♢ de lamp knippert 2. snel achter elkaar open en dicht doen ♢ ze knippert met haar ogen R...

v., knipperje, knippe.

('knippərən) (knipperde, heeft geknipperd) het knipperspel spelen.

(knipperde, heeft geknipperd), (ono verg.) herhaaldelijk of gedurig met de ogen knip pen; (oneig.) de lichten (van een auto) telkens uit en weer aan laten gaan (als signaal).

knipperen ww. 'de ogen herhaaldelijk sluiten; herhaaldelijk aan- en uitgaan (van een licht)' categorie: intensiefvorming of frequentatief Nnl. knipperen 'de ogen herhaaldelijk sluiten' in droefenis ... doet 'r oogeleden knipperen van naderend weenen [1905; Groene Amsterdammer], 'herhaaldelijk aan- en uitgaan' in de...

(knipperde, heeft geknipperd), het knipperspel spelen.

...