Gepubliceerd op 04-12-2017

knik

betekenis & definitie

knik - Zelfstandignaamwoord
1. een snelle neerwaartse beweging met het hoofd als bevestiging of groet
Met een knikje gaf hij het teken de deur in te rammen.
2. een geknakte plek
Er zit een knik in de kabel, waardoor er geen goed elektrisch contact meer is.

knik - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knikken
♢ Ik knik
2. gebiedende wijs van knikken
knik!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knikken
knik je?