Gepubliceerd op 04-12-2017

klokslag

betekenis & definitie

klokslag - Zelfstandignaamwoord
1. heel plecies op tijd zijn op een moment dat de klok het hele of halve uur slaat
We spreken af om klokslag 12 uur morgen middag bij de ingang van de school.
2. het slaan van de klok
Aan het slot klinkt de vraag: „Wilt u nog kinderen?” Hamerende klokslagen luiden de voorstelling uit.

Woordherkomst
samenstelling van klok (zowel als muziek instrument dat geluid maakt, als instrument dat de tijd aangeeft) en slag