klokslag - Zelfstandignaamwoord
1. heel plecies op tijd zijn op een moment dat de klok het hele of halve uur slaat
♢ We spreken af om klokslag 12 uur morgen middag bij de ingang van de school.
2. het slaan van de klok
♢ Aan het slot klinkt de vraag: „Wilt u nog kinderen?” Hamerende klokslagen luiden de voorstelling uit.
Woordherkomst
samenstelling van klok (zowel als muziek instrument dat geluid maakt, als instrument dat de tijd aangeeft) en slag
Gepubliceerd op 04-12-2017
klokslag
betekenis & definitie