kleuren - Werkwoord
1. (ov) van kleur voorzien met potloden, stiften, waskrijt etc.Wat heb je dat mooi gekleurd.
2. ergatief een kleurverandering ondergaan
♢ Hij kleurt van woede.
♢ Zijn das kleurt goed bij dat overhemd.
kleuren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kleur
Synoniemen
[2] verkleuren
Antoniemen
[1] ontkleuren
[2] verbleken, verschieten
Verwante begrippen
[1] belichten, schilderen, tekenen, verven, [2] blozen, ontgroenen
Gepubliceerd op 04-12-2017
kleuren
betekenis & definitie