Gepubliceerd op 04-12-2017

kiesgerechtigde

betekenis & definitie

kiesgerechtigde - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van kiesgerechtigd

kiesgerechtigde - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die het recht heeft om te kiezen bij verkiezingen
Bijna een derde van de Britten heeft niet gestemd. Die krappe meerderheid was dus onder alle kiesgerechtigden een minderheid geweest. Dit was de regering bij elke bocht in de weg ingepeperd. Sterker, binnen de regerende Tory-partij was een opstand uitgebroken. Veel Tories zijn vurige Brexiteers. Om hen te pacificeren en de partij bijeen te houden had de premier, wie het ook geweest was, in Brussel geen enkele concessie kunnen doen. Nul. Op geen enkel terrein. Dat had de EU lamgelegd op een moment dat de hele wereld verandert en zij mee moet veranderen.

Woordherkomst
afgeleid van kiesgerechtigd met het achtervoegsel -e
samenstelling van kies(werkwoord) en gerechtigde

Synoniemen
stemgerechtigde, kiezer, stemmer, kiesman