Gepubliceerd op 04-12-2017

ketelaar

betekenis & definitie

ketelaar - Zelfstandignaamwoord
1. matroos die moet wachtlopen en dus pas later kan eten dan de anderen
2. (beroep) iemand die ketels maakt en repareert

Woordherkomst
afleding van ketel met het achtervoegsel -aar

Uitdrukkingen en gezegden
♦ daar kun je ketellaar van blijven
dat zal niets opbrengen

Synoniemen
[2] koperslager, ketellapper, ketelboeter