keilen - Werkwoord
1. (sport) (inerg) ketsen, een steentje met een afgeplatte vorm scherend over een wateroppervlak gooien zodat het zo vaak mogelijk stuitert
♢ De jongens vermaakten zich door met steentjes over de vijver te keilen.
2. (ov) gooien, smijten
♢ Woedend keilde hij zijn leerboeken uit het raam.
keilen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord keil
Woordherkomst
van het Middelnederlands keylen "een werpspel"
Synoniemen
[1] keilderen, ketsen, kiskassen, stipstappen, vleien, vleieren, zeilen
Gepubliceerd op 04-12-2017
keilen
betekenis & definitie