Gepubliceerd op 04-12-2017

kassa

betekenis & definitie

kassa - Zelfstandignaamwoord
1. een plaats in een winkel waar men zijn aankopen betaalt
De klant gaat naar de kassa om zijn boodschappen te betalen.
2. een plaats in een theater waar men zijn tickets reserveert of betaalt
De bioscoopgangers moeten lang aanschuiven aan de kassa voor ze naar binnen kunnen gaan.
3. een machine in een winkel om ontvangen geld te registreren en te bewaren
De winkelier steekt het ontvangen geld in de kassa.

Woordherkomst
Afkomstig van het Italiaanse cassa

Synoniemen
[3]: kasregister