Gepubliceerd op 04-12-2017

kaneel

betekenis & definitie

kaneel - Zelfstandignaamwoord
1. (specerij) een specerij van de gedroogde binnenbast van de kaneelboom, gebruikt als smaakmaker in vele gerechten
Ik houd erg van kaneel.

Woordherkomst
Komt van het Franse cannelle, een verkleiningsvorm van canne (rietstengel). Dit komt op zijn beurt van het Griekse kanna (riet). Het is verwant met het Hebreeuws qane (riet) en het Arabische qanah (riet).