Gepubliceerd op 04-12-2017

kalfslap

betekenis & definitie

kalfslap - Zelfstandignaamwoord
1. stuk vlees van een kalf
Pas toen we echt begonnen, zagen we dat het hier een paté van vijfeneenhalve kilo betrof, maar onvervaard gingen we verder en droomden van een hele winter vol gelukte etentjes omdat wij zo’n fantastische gestreepte paté vooraf zouden hebben. In de paté ging kalfsvlees, haas, fazant, kip, eend, zwezerik, ham, kippelever, rundermerg, varkensbuik en pistachenoten.

Woordherkomst
samenstelling van kalf en lap met het invoegsel -s-