juten - Bijvoeglijk naamwoord
1. van jute vervaardigd
♢ Hij deed de aardappelen in een juten zak.
juten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord juut
Woordherkomst
Afgeleid van jute met het achtervoegsel -en
Gepubliceerd op 04-12-2017
juten
betekenis & definitie