zak - Zelfstandignaamwoord
1. slappe, vormeloze tas
♢ Stop die oude rommel maar in een zak.
2. een plek in kleding waarin kleine spullen kunnen worden meegedragen
♢ Waarom hou je dat potlood de hele tijd in je hand, waarom stop je hem niet in je '''zak?
zak - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zakken
♢ Ik zak
2. gebiedende wijs van zakken
♢ zak!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zakken
♢ zak je?
Verwante begrippen
verpakking
Gepubliceerd op 31-10-2017
zak
betekenis & definitie