ingoed - Bijvoeglijk naamwoord
1. buitengewoon vriendelijk en rechtschapen
♢ Carina is geheel naar verwachting beeldschoon, ingoed en hoogst begaafd, maar ook al dertig jaar oud.
Woordherkomst
afleiding van goed (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
Verwante begrippen
in- en ingoed
Gepubliceerd op 04-12-2017
ingoed
betekenis & definitie