inbruin - Bijvoeglijk naamwoord
1. heel bruin
♢ De hoofdman, een forsche, breedgeschouderde kerel, met inbruin, tanig gelaat, omlijst door gitzwarte, volle baard, spreekt Duitsch; hij vertelt, dat hij Hongaar is.
Woordherkomst
afleiding van bruin (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
Verwante begrippen
in- en inbruin
Gepubliceerd op 04-12-2017
inbruin
betekenis & definitie