Gepubliceerd op 04-12-2017

huisvredebreuk

betekenis & definitie

huisvredebreuk - Zelfstandignaamwoord
1. (juridisch) zonder toestemming binnendringen of aanwezig zijn in iemands woning
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan huisvredebreuk, door wederrechtelijk in de woning van zijn vader te vertoeven.
2. (figuurlijk) verstoring van een prettig verblijf
(...) de ‘meisjes’ voelen de binnenkomst van de nieuwe conducteur als huisvredebreuk, en als hij autoritair een bon gaat uitschrijven, slaan de stoppen bij hen door (...)

Woordherkomst
samenstelling van huisvrede en breuk , [1] is een leenvertaling van het Duitse woord Hausfriedensbruch