huisvredebreuk - Zelfstandignaamwoord
1. (juridisch) zonder toestemming binnendringen of aanwezig zijn in iemands woning
♢ De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan huisvredebreuk, door wederrechtelijk in de woning van zijn vader te vertoeven.
2. (figuurlijk) verstoring van een prettig verblijf
♢ (...) de ‘meisjes’ voelen de binnenkomst van de nieuwe conducteur als huisvredebreuk, en als hij autoritair een bon gaat uitschrijven, slaan de stoppen bij hen door (...)
Woordherkomst
samenstelling van huisvrede en breuk , [1] is een leenvertaling van het Duitse woord Hausfriedensbruch
Gepubliceerd op 04-12-2017
huisvredebreuk
betekenis & definitie