Gepubliceerd op 04-12-2017

huisgenote

betekenis & definitie

huisgenote - Zelfstandignaamwoord
1. medebewoonster van een huis
Mijn huisgenote kan heel mooi zingen. Ik kan er dan ook iedere dag van genieten als ze met de radio meezingt.

Woordherkomst
afgeleid van huisgenoot met het achtervoegsel -e

Verwante begrippen
huisgenoot