mooi - Bijvoeglijk naamwoord
1. (Noord-Nederland) prettig in voorkomen, aangenaam om naar te kijken, schoon.
♢ Ze heeft een erg mooi gezichtje.
2. (Noord-Nederland) prettig, aangenaam.
♢ Het is mooi weer vandaag.
3. (Noord-Nederland) (ironisch) onaangenaam, te ver gaand.
♢ Nou wordt 'ie mooi!
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: moy, mooy
Oudernederlands: mōi
Germaans: *mawjaz (schoon, gewast)
Indo-Europees: *mou-io- (gewast)
Uitdrukkingen en gezegden
♦ er zit een mooie tijd aan te komen
Gepubliceerd op 04-12-2017
mooi
betekenis & definitie