Gepubliceerd op 04-12-2017

hooggeleerd

betekenis & definitie

hooggeleerd - Bijvoeglijk naamwoord
1. (formeel) predicaat voor hoogleraar en zeer geleerd zou moeten zijn
Dit heeft weinig van doen met onafhankelijke kennisvergaring. Bij dit soort hoogleraren lijkt de toga vooral te dienen om de agenda van anderen van wetenschappelijke glans te voorzien. Voor de buitenstaander is het onderscheid tussen een hooggeleerde pr-functionaris als de Groningse hoogleraar Jepma, die openlijk de gasindustrie dient, en een echte wetenschapper vaak moeilijk te zien. Immers, ook de gesponsorde hoogleraar treedt naar buiten als iemand aan wiens mening belang moet worden gehecht, omdat hij de titel professor draagt.
2. (informeel) (pejoratief) van een persoon dat hij denkt veel geleerd te hebben
Hooggeleerd, toch ziende blind en horende doof

Woordherkomst
samenstelling van hoog en geleerd

Synoniemen
[1] belezen, erudiet, geletterd, gestudeerd, ontwikkeld

Verwante begrippen
hoogleraar, professor