honkbal - Zelfstandignaamwoord
1. (n) (sport) een spel waarbij een bal met een knuppel geslagen wordt en de spelers langs een drietal honken trachten rond te lopen tot zij weer de thuisplaat bereiken
2. (m) een kleine harde bal gebruikt voor [1]
honkbal - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van honkballen
♢ Ik honkbal
2. gebiedende wijs van honkballen
♢ honkbal!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van honkballen
♢ honkbal je?
Verwante begrippen
balspel
Gepubliceerd op 04-12-2017
honkbal
betekenis & definitie