homerun - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) honkbal en softbal: wanneer een slagman de bal zodanig slaat, dat hij in dezelfde beurt alle vier de honken kan passeren en zodoende zelf een punt kan scoren
♢ De slagman sloeg de bal ruim over de hekken en kon dus op zijn gemak zijn homerun uitwandelen.
Gepubliceerd op 04-12-2017
homerun
betekenis & definitie