Gepubliceerd op 04-12-2017

homerun

betekenis & definitie

homerun - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) honkbal en softbal: wanneer een slagman de bal zodanig slaat, dat hij in dezelfde beurt alle vier de honken kan passeren en zodoende zelf een punt kan scoren
De slagman sloeg de bal ruim over de hekken en kon dus op zijn gemak zijn homerun uitwandelen.