Gepubliceerd op 04-12-2017

handhaven

betekenis & definitie

handhaven - Werkwoord
1. (ov) iets doen voortbestaan, aan iets vasthouden
Hij handhaafde zijn bezwaar tegen de bezuiniging.
2. (ov) krachtdadig in stand houden, naleving afdwingen
De orde werd met grof geweld gehandhaafd.
3. (refl) zich een positie in een groep verzekeren
Hij kon zich in de klas niet handhaven''.

Woordherkomst
Samenstelling van hand en havenen