hallenkerk - Zelfstandignaamwoord
1. (bouwkunde) (religie) een kerk met meerdere beuken, waarvan de zijbeuken ongeveer even hoog en soms ook even breed zijn als de middenbeuk
♢ In de meeste gevallen ontstond een hallenkerk door het vergroten van een basiliek of pseudobasiliek, waarbij het voormalige transept vaak werd opgenomen in de nieuwe zijbeuken.
Woordherkomst
samenstelling van hal en kerk met het invoegsel -en-
Gepubliceerd op 04-12-2017
hallenkerk
betekenis & definitie