Gepubliceerd op 04-12-2017

glansloos

betekenis & definitie

glansloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder glans, zonder eer
Hij had een kleine onopvallende, glansloze rol in de mislukte film.
Veel mensen prefereren een hoogglans verf boven een matte, glansloze verf.

Woordherkomst
afgeleid van glans met het achtervoegsel -loos

Synoniemen
dof, eentonig, mat, vaal