gierig - Bijvoeglijk naamwoord
1. geen geld of bezit aan een ander willende geven
♢ Die gierige man wilde ons niet trakteren op een biertje nadat we hem hadden geholpen.
Woordherkomst
afgeleid van het Middelnederlandse gier (begerig, gretig) met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
krenterig, vrekkig, hebzuchtig, inhalig, schraperig
Antoniemen
gul
Verwante begrippen
begerig
Gepubliceerd op 04-12-2017
gierig
betekenis & definitie