Gepubliceerd op 04-12-2017

gieren

betekenis & definitie

gieren - Werkwoord
1. een fluitend geluid maken, door een harde wind
Buiten giert de wind door de takken.
2. hard lachen
Hij giert van het lachen.
3. heel snel rond gaan
Ik voelde de adrenaline door mijn lichaam gieren.
Zenuwen gieren door mijn keel.
4. (scheepvaart) een draaiende beweging rond de verticale as maken

gieren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gier

Verwante begrippen
[4]: dompen, verzetten, schrikken, rollen, stampen