Gepubliceerd op 04-12-2017

geronnen

betekenis & definitie

geronnen - Bijvoeglijk naamwoord
1. van bloed dat uit het lichaam is gestroomd, dat het gestold is
Men toonde de gewonde man zijn gelaarsde, met geronnen bloed overdekte geamputeerde been. Oh! Ooooh! snikte hij als een vrouw. De dokter, die voor de gewonde man stond en hem aan vorst Andrejs gezicht onttrok, ging opzij.
Het volgende dat ik me herinner is dat ik in een gang op een brancard lag. Ik had geronnen bloed en verband op de rug van mijn handen en op mijn elleboog. Ik dacht dat ik misschien was gevallen en ergens op de administratie van de campus was. Ik was heel kalm en vroeg me af waar mijn zus was. Een assistent legde uit dat ik was aangerand.

Woordherkomst
uit het Middelnederlands

Uitdrukkingen en gezegden
♦ Zo gewonnen, zo geronnen.
geld dat men snel wint raakt men ook vaak gauw weer kwijt ofwel: als iets heel makkelijk is komen aanwaaien dan is het verlies ervan niet zo erg

Synoniemen
gestremd, gestold