Gepubliceerd op 14-11-2017

fits

betekenis & definitie

fits - Zelfstandignaamwoord
1. pen van een scharnier
1. tweedelig scharnier, waarvan het ene deel een vast bevestigde pen is waar het andere deel om kan draaien
2. (zoogdieren) marterachtig roofdier Mustela putorius dat ook in België en Nederland voorkomt

fits - Bijvoeglijk naamwoord
1. (verouderd) fel, venijnig, snel, herhaaldelijk
Hier heeft my soet ghedult ontbroken,<br />Daer heb ick al te fits ghesproken;

fits - Bijvoeglijk naamwoord
1. paritief van de stellende trap van fit

Woordherkomst
[zelfstandig naamwoord 1] van het Franse woord fiche "pen"
[zelfstandig naamwoord 2] van het Middelnederlandse woord visse dat weer teruggaat op Latijns vissio "wezel"
[bijvoeglijk naamwoord stellend] mogelijk onder invloed van bits afgeleid van vitten of van het Franse woord vite met het achtervoegsel -s
[bijvoeglijk naamwoord partitief] fit met de uitgang -s

Synoniemen
[2] bunzing (meer gangbare naam)