fantoom - Zelfstandignaamwoord
1. spook, droombeeld
♢ Hij zag in zijn dromen altijd het fantoom van zijn oma.
2. oefenpop gebruikt in geneeskundig onderwijs
♢ Een reanimatie oefenen de studenten eerst op het fantoom.
Synoniemen
[1] hersenspinsel
Gepubliceerd op 14-11-2017
fantoom
betekenis & definitie