Gepubliceerd op 14-11-2017

fantasierijk

betekenis & definitie

fantasierijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. met veel verbeeldingskracht
In de kleedkamer laten kinderen zich schminken, als een hondje, of zomaar fantasierijk. Marvin krijgt een glitterkapsel, Mandy ziet eruit als een poes en Caeley krijgt kleuren op haar gezicht. Ze houden alle drie van toneel. „Ik dans en speel ook in voorstellingen”, zegt Caeley. „Laatst was ik een spook en een schim in Spookslot dat we op school speelden.” In de artiestenfoyer staat het decor van Anastasia. Bezoekers kunnen een polaroid laten maken in een fraaie, ouderwetse toneellijst die voor deze gelegenheid te voorschijn is gehaald.

Woordherkomst
samenstelling van fantasie en rijk

Synoniemen
creatief, speels, fantasievol, inventief, vindingrijk