Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie O
- onverzorgds
- onverzorgdst
- onverzorgdste
- onvindbaar
- onvindbaarder
- onvindbaardere
- onvindbaarders
- onvindbaars
- onvindbaarst
- onvindbaarste
- onvindbare
- onvoldaan
- onvoldaans
- onvoldaanst
- onvoldaanste
- onvoldane
- onvoldaner
- onvoldanere
- onvoldaners
- onvoldoend
- onvoldoenden
- onvoldoender
- onvoldoendere
- onvoldoenders
- onvoldoendes
- onvoldoendetje
- onvoldoendetjes
- onvoldoends
- onvoldoendst
- onvoldoendste
- onvolledig
- onvolledige
- onvollediger
- onvolledigere
- onvolledigers
- onvolledigs
- onvolledigst
- onvolmaakt
- onvolmaakte
- onvolmaakter
- onvolmaaktere
- onvolmaakters
- onvolmaaktheden
- onvolmaaktheid
- onvolmaakts
- onvolmaaktst
- onvolmaaktste
- onvolprezen
- onvolprezens
- onvoltooid
- onvoltooid deelwoord
- onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd
- onvoltooid tegenwoordige tijd
- onvoltooid verleden tijd
- onvoltooid verleden toekomende tijd
- onvoltooide
- onvoltooids
- onvolwassen
- onvolwassener
- onvolwasseners
- onvolwassens
- onvolwassenst
- onvolwassenste
- onvoorbereid
- onvoorbereide
- onvoorbereider
- onvoorbereidere
- onvoorbereiders
- onvoorbereids
- onvoorbereidst
- onvoorbereidste
- onvoorspelbaar
- onvoorspelbaarder
- onvoorspelbaardere
- onvoorspelbaarders
- onvoorspelbaarheden
- onvoorspelbaarheid
- onvoorspelbaars
- onvoorspelbaarste
- onvoorspelbare
- onvoorstelbaar
- onvoorstelbaarder
- onvoorstelbaardere
- onvoorstelbaarders
- onvoorstelbaars
- onvoorstelbaarst
- onvoorstelbaarste
- onvoorstelbare
- onvoorwaardelijk
- onvoorwaardelijke
- onvoorwaardelijker
- onvoorwaardelijkere
- onvoorwaardelijkers
- onvoorwaardelijks
- onvoorwaardelijkst
- onvoorwaardelijkste
- onvoorzichtig
- onvoorzichtige
- onvoorzichtiger
- onvoorzichtigere
