Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie H
- halfronden
- halfrondje
- halfrondjes
- halfronds
- halfs
- halfslachtig
- halfslachtige
- halfslachtiger
- halfslachtigere
- halfslachtigers
- halfslachtigs
- halfslachtigst
- halfslachtigste
- halfstok
- halftallig
- halftallige
- halftien
- halftonen
- halftoon
- halftoontje
- halftoontjes
- halftwaalf
- halftwee
- halfuren
- halfuur
- halfuurtje
- halfuurtjes
- halfverborgen
- halfverminderdseptiemakkoord
- halfverminderdseptiemakkoorden
- halfverminderdseptiemakkoordjes
- halfvet
- halfvets
- halfvette
- halfvier
- halfvijf
- halfvloeibaar
- halfvloeibaarder
- halfvloeibaardere
- halfvloeibaarders
- halfvloeibaars
- halfvloeibaarst
- halfvloeibaarste
- halfvloeibare
- halfvocaal
- halfvocalen
- halfvol
- halfvolle
- halfvols
- halfwaardetijd
- halfwaardetijden
- halfwees
- halfweesje
- halfweesjes
- halfwezen
- halfwinds
- halfwindse
- halfwoestijn
- halfwoestijnen
- halfwoestijntje
- halfwoestijntjes
- halfzacht
- halfzachte
- halfzachter
- halfzachtere
- halfzachters
- halfzachts
- halfzachtst
- halfzachtste
- halfzes
- halfzeven
- halfzus
- halfzusjes
- halfzussen
- halfzuster
- halfzusters
- halleel
- halleloeja's
- halleluja
- halleluja's
- hallen
- hallenkerk
- hallenkerken
- hallenkerkje
- hallenkerkjes
- halletje
- halletjes
- halling
- hallo
- Halloween
- Halloweens
- hallucinair
- hallucinairder
- hallucinairdere
- hallucinaire
- hallucinant
- hallucinante
- hallucinanten
- hallucinanter
- hallucinantere
