Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie G
- groei vol
- groeicijfer
- groeicijfers
- groeicijfertje
- groeicijfertjes
- groeide
- groeide aan
- groeide aaneen
- groeide op
- groeide scheef
- groeide uit
- groeide vol
- groeiden
- groeiden aan
- groeiden aaneen
- groeiden op
- groeiden scheef
- groeiden uit
- groeiden vol
- groeien
- groeien aan
- groeien op
- groeien scheef
- groeien uit
- groeien vol
- groeiend
- groeiende
- groeifactor
- groeifactoren
- groeifactortje
- groeifactortjes
- groeifonds
- groeifondsen
- groeihormonen
- groeihormoon
- groeikern
- groeikernen
- groeimarkt
- groeimarkten
- groeipijn
- groeipijnen
- groeipijntje
- groeipijntjes
- groeiproces
- groeiprocesje
- groeiprocesjes
- groeiprocessen
- groeipunt
- groeipunten
- groeipuntje
- groeipuntjes
- groeiregulator
- groeiregulators
- groeiremmer
- groeiremmers
- groeiremmertje
- groeiremmertjes
- groeischolen
- groeischool
- groeischooltje
- groeischooltjes
- groeistuip
- groeistuipen
- groeistuipjes
- groeit
- groeit aan
- groeit aaneen
- groeit op
- groeit scheef
- groeit uit
- groeit vol
- groeitijd
- groeitijden
- groeivoet
- groeivoeten
- groeivoetje
- groeivoetjes
- groeizaam
- groeizaams
- groeizaamst
- groeizaamste
- groeizame
- groeizamer
- groeizamere
- groeizamers
- groen
- groen boomboaatje
- groen hondskopboaatje
- groen lachen
- groen licht
- groen nachtorchisje
- groenachtig
- groenachtige
- groenachtiger
- groenachtigere
- groenachtigers
- groenachtigs
- groenachtigst
- groenachtigste
- groenbeige