Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie D
- duimde
- duimden
- duimel
- duimelde
- duimelden
- duimelen
- duimelend
- duimelt
- duimen
- duimend
- duimpje
- duimpjes
- duimschroef
- duimschroeven
- duimspijker
- duimspijkers
- duimspijkertje
- duimspijkertjes
- duimstok
- duimstokje
- duimstokjes
- duimstokken
- duimt
- duimzuigen
- duimzuigend
- duin
- duinachtig
- duinachtige
- duinachtiger
- duinachtigere
- duinachtigers
- duinachtigs
- duinachtigst
- duinachtigste
- duinen
- duinkruiskruid
- duinkruiskruiden
- duinlandschap
- duinlandschapje
- duinlandschapjes
- duinlandschappen
- duinpan
- duinpannen
- duinpannetje
- duinpannetjes
- duinslak
- duinslakken
- duintje
- duintjes
- duintopje
- duintopjes
- duintoppen
- duinwater
- duinwaters
- duister
- duister toerisme
- duisterder
- duisterdere
- duisterders
- duistere
- duisternis
- duisternissen
- duisters
- duisterst
- duisterste
- duit
- duiten
- duitje
- duitjes
- Duits
- Duitse
- Duitse Democratische Republiek
- Duitse herder
- Duitse herders
- Duitse herdershond
- Duitse herdershondje
- Duitse herdershondjes
- Duitse herdertje
- Duitse herdertjes
- Duitsen
- Duitser
- Duitsere
- Duitsers
- Duitsertje
- Duitsertjes
- Duitsland
- Duitst
- Duitstalig
- Duitstalige
- Duitstaligs
- Duitste
- duiveboon
- duivekervel
- duivel
- duivel-doet-al
- duivelachtige
- duivelachtiger
- duivelachtigere
- duivelachtigers
- duivelachtigs
