enkelvoudig - Bijvoeglijk naamwoord
1. Slechts uit één mens, dier of ding bestaand.
♢ Bij een enkelvoudige breuk is er maar één breukvlak
Woordherkomst
afgeleid van enkel met het achtervoegsel -voudig
afgeleid van enkelvoud met het achtervoegsel -ig
Verwante begrippen
eenvoudig, simpel
Gepubliceerd op 14-11-2017
enkelvoudig
betekenis & definitie