Gepubliceerd op 13-11-2017

eerbiedig

betekenis & definitie

eerbiedig - Bijvoeglijk naamwoord
1. eerbied koesterend of daarvan blijk gevend

eerbiedig - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eerbiedigen
♢ Ik eerbiedig
2. gebiedende wijs van eerbiedigen
eerbiedig!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eerbiedigen
eerbiedig je?

Woordherkomst
afgeleid van eerbied met het achtervoegsel -ig

Synoniemen
respectvol

Antoniemen
oneerbiedig