daarvan - Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
1. van dat, van die
♢ Daarvan bestaat een tweede uitgave.
♢ Ik heb zonnecellen op mijn dak. Het voordeel daarvan is dat de elektriciteitsrekening lager is.
Woordherkomst
samenstelling van daar en van
Gepubliceerd op 03-10-2017
daarvan
betekenis & definitie