dubbelen - Werkwoord
1. (intr) (sport) een dubbelspel spelen
2. (ov) een beschermende laag aanbrengen
3. (ov) op een nieuwe papieren onderlaag plakken
4. (ov) (sport) op een ronde achterstand zetten
5. (ov) (in België) doubleren, blijven zitten, een jaar overdoen
dubbelen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dubbele
Woordherkomst
afgeleid van dubbel met het achtervoegsel -en
Gepubliceerd op 19-10-2017
dubbelen
betekenis & definitie