drinken - Werkwoord
1. (ov) vloeistof nuttigen
♢ Op warme dagen moet je veel drinken omdat je veel vocht verliest door te zweten.
2. gewoon zijn alcohol te gebruiken
♢ Hij dronk zo veel dat hij er ziek van werd.
♢ <br>Als je hebt gedronken mag je geen autorijden.
Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse #dum|drinken, verwant met het Oudnederfrankische en Oudsaksische drinkan, Oudhoogduitse trinkan, Oudfriese drinka, Oudengelse drincan, Oudnoorse drekka, Gotische drigkan.
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Drinken ( of zuipen) als een tempelier
overmatig drinken
Verwante begrippen
drank, dronk, dronken, zegedronk, heildronk, drinkgelag, verdrinken, drenkeling
Gepubliceerd op 13-11-2017
drinken
betekenis & definitie