Gepubliceerd op 13-11-2017

doorbreken

betekenis & definitie

dóórbreken - Werkwoord
1. ergatief breken zodat er een doorgang ontstaat.
Die dijk staat op doorbreken.

doorbréken - Werkwoord
1. (ov), (figuurlijk) een einde aan een heersende situatie maken.
Zijn nuchtere opmerking doorbrak het eindeloos gekibbel.

Woordherkomst
samenstelling van door(bijwoord) en breken(werkwoord)