donkerblond - Bijvoeglijk naamwoord
1. van haren: (licht) bruin
♢ „Oh ja, ik herinner me dat ik op zijn knie zat, ik herinner me zijn dunne benen en zijn blauwe pak - mannen droegen in de jaren vijftig gekleurde pakken. Hij was rustig, maar lachte ook. Hij had donkerblond haar, maar zijn gezicht kan ik me niet meer voor de geest halen. Ik weet niet eens of hij nog op deze planeet rondloopt. Als je een ouder hebt die je niet kent, blijf je altijd iets missen. Hij is mijn grote zoektocht. Toen ik eens in Zweden was, heb ik een telefoonboek doorgeploegd, maar ik weet niet eens hoe zijn achternaam gespeld wordt. Bij elke show waarin ik loop, elk tv-programma waarin ik zit denk ik: ‘Hier ben ik, zie je mij?”
♢ Ik keek naar de gezichten van mijn familie. Ik heb een knappe familie, het kan niet anders gezegd worden. Bij de een brandt in de vorm van de jukbeenderen en huidskleur het Indische iets duidelijker door dan bij de ander, maar mooi zijn ze allemaal. Ook de neef met blauwe ogen en donkerblond krullend haar is door de scherpte van zijn kaak en de fijnheid van zijn oren duidelijk niet uit plaggen geboetseerd. Het kwam allemaal door haar, de oudste en mooiste van ons allen. Haar schouders waren nog steeds zo glad als die van een zestienjarige en tot op het eind bleef ze verzuchten het vreselijk te vinden 'geen jonge meid' meer te zijn. Ze was 91.
Woordherkomst
samenstelling van donker en blond
Gepubliceerd op 13-11-2017
donkerblond
betekenis & definitie