Gepubliceerd op 13-11-2017

doenbaar

betekenis & definitie

doenbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. dat het te doen is
Ruud Lubbers: „Moeilijke dingen voor elkaar krijgen, consensus bouwen, heeft een grote vormende betekenis. In die zin ben ik ook positiever over de politiek dan mijn voorganger Dries van Agt. Die wordt dan gegrepen door het Palestijnse vraagstuk. Ik heb daar wel een zekere waardering voor, maar het moet ook leiden tot iets wat doenbaar is.”

Synoniemen
mogelijk, praktisch

Antoniemen
onmogelijk, onpraktisch, ondoenlijk