diepte - Zelfstandignaamwoord
1. de mate waarin iets diep is
♢ De diepte van dat zwembad is twee meter.
2. bijzonder laag gelegen plaats, gewoonlijk onder de waterspiegel
♢ De reuzenpijlinktvis is een bewoner van de diepten van de oceaan.
♢ Toen we boven op de berg waren zagen we het dorpje in de diepte liggen.
diepte - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van diepen
♢Ik diepte
♢Jij diepte
♢Hij, zij, het diepte
Woordherkomst
afgeleid van diep met het achtervoegsel -te
Antoniemen
ondiepte
Verwante begrippen
bodem
Gepubliceerd op 13-11-2017
diepte
betekenis & definitie