Gepubliceerd op 03-10-2017

daaruit

betekenis & definitie

daaruit - Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
1. uit dat, uit deze
    ♢ Daaruit wordt goud gewonnen.
    ♢ Daar wordt goud uit gewonnen.
    ♢ Daaruit trok hij de conclusie dat hij nooit meer gezond zou worden.

Woordherkomst
samenstelling van daar en uit