clitisch - Bijvoeglijk naamwoord
1. (taalkunde) een onbeklemtoonde vorm aannemend, vaak met reductie van volle klinkers tot een sjwa
♢ Bij zelfstandige pronimina is het al dan niet clitische (gereduceerde, onbeklemtoonde) gebruik van persoonlijke pronomina in beide talen [Frans en Nederlands] vrij verschillend.<ref>[http://wwwling.arts.kuleuven.be/NGF_N/NGF7.pdf Nederlandse grammatica voor Franstaligen: 7 De Nominale Constituent]<br />W, Van Langendonck, P. Lauwers, B. Lamiroy, L. Melis, W. Van Belle.<br />Departement Linguïstiek<br/>K.U. Leuven 2005</ref>
♢ "Je" is de clitische vorm van "jij", "jou", "jouw" of "jullie".
Verwante begrippen
enclitisch, proclitisch
Gepubliceerd op 13-11-2017
clitisch
betekenis & definitie